De geschiedenis van de Paasberg in Gasteren

Het houden van Paasvuren is al een eeuwenoude traditie in Nederland, waarschijnlijk ontstaan uit heidense gebruiken rond de 16e eeuw. In de 17e eeuw probeerde de protestante kerk de paasvuren te verbieden vanwege hun heidens karakter. Toen dat niet lukte besloot de kerk om de traditie te ‘kerstenen’ en er een christelijke betekenis aan te geven (nieuw leven; de verrijzenis van Christus).

Paasvuren worden vooral gehouden in het noorden en oosten van Nederland. In Gasteren was de Paasberg aan de Oudemolenseweg lange tijd, tot aan 2004, de plek waar op de avond van 2e Paasdag het paasvuur werd ontstoken. Een plek die veel Gastenaren daarom nog met enige weemoed vervult.

Hoewel een prachtige locatie, heeft deze in het verleden wel tot de nodige commotie geleid. De Paasberg ligt namelijk op grond van Stichting Het Drentse Landschap en die organisatie was al langere tijd niet gelukkig met deze paasvuurplek midden in zo’n natuurlijke omgeving. Bovendien ligt de Paasberg aan de doorgaande weg Gasteren – Oudemolen en was vanaf 1 januari vrij toegankelijk zodat er regelmatig (extra) vuilstort plaats vond.

Wat vuilstort betreft was men niet heel erg kieskeurig blijkt wel uit bijgaande foto. Een flink deel van de bij de voorjaars-schoonmaak afgedankte spullen vond hier z’n laatste rustplaats. En om ook zulk niet-natuurlijk spul tot verbanding te brengen moest het vuur – getuige de olievaten op de kar – wel eens een handje geholpen worden.

Derde Paasdag (de dinsdag na Pasen) kwamen kinderen uit Gasteren vaak naar het nabranden van het paasvuur. Ze brachten de dan nog smeulende resten weer tot leven en poften daar dan bijvoorbeeld aardappels en worstjes op. Na verloop van tijd keerden zij dan roetzwart en soms met halfgesmolten laarzen weer huiswaarts tot wanhoop van hun moeders.


Gezegd moet worden dat er ook toen al Gastenaren waren die niet zo gelukkig waren met deze lokatie zo vlakbij hun woningen. Ze klaagden over brandgevaar, roet en rookoverlast.

Begin maart 1989 sloot Het Drentse Landschap de toegang naar de Paasberg af door het graven van een greppel. Toen waren de rapen gaar. Gasteren was het er niet mee eens en op initiatief van enkele dorpsbewoners startte men een handtekeningenaktie en stuurde op 20 maart een protestbrief met 99 handtekeningen naar Het Drentse Landschap. Voornaamste grieven: er was geen overleg geweest en er was niet genoeg tijd meer om te zoeken naar alternatieve locaties.

Die aktie haalde op 21 maart zelfs het (toenmalige) Nieuws-blad van het Noorden (“Gasteren verontwaardigd over paasvuurverbod”) [KLIK HIER] en de landelijke Telegraaf (“Dorpsrel in Gasteren over verbod op paasvuur ”) [KLIK HIER].
Een brief van 22 maart van Het Drentse Landschap met een voorstel voor alternatieve lokaties mocht niet baten. Het paasvuur op 27 maart 1989 vond als vanouds gewoon weer plaats op de Paasberg.

Na een maandenlange briefwisseling tussen de Vereniging Dorpsbelangen en Het Drentse Landschap kwam men uiteindelijk tot de oplossing dat het Paasvuur voorlopig mocht blijven doorgaan op de Paasberg, maar wel onder strikte voorwaarden. Vereniging Dorpsbelangen werd verantwoordelijk voor de opbouw van de paasbult, en die mocht alleen worden opgebouwd op goede vrijdag en de zaterdag vóór Pasen, er moest rekening gehouden worden met weersomstandigheden (wind en droogte) en de afvoer van restmateriaal moest binnen uiterlijk twee weken plaatsvinden.

(Zie verder voor een gedetailleerd verslag van de perikelen tussen Het Drentse Landschap en de Vereniging Dorpsbelangen het verhaal van de hand van Henk Hellema op de website van Historisch Gasteren) [KLIK HIER].

Uiteindelijk heeft het paasvuur het na 1989 nog tot 2003 volgehouden op de Paasberg.

De Vereniging Dorpsbelangen bleef verantwoordelijk voor een goed verloop van het paasvuur en dat betekende onder meer dat er constant toezicht gehouden moest worden tijdens de openstellingsdagen voorafgaand aan Pasen. Alleen snoeihout was toegestaan, dus geen overbodige huisraad meer, geen teer, olie, geschilderd hout of ander chemisch afvalmateriaal. Ook geen boomstronken, dikke boomstammen of pallets. Om ongecontroleerde aanvoer te voorkomen werd er bij de toegang tot de Paasberg een afsluitbalk geplaatst.

Toezicht houden betekende ook het oppassen bij het paasvuur totdat het niet langer brandde, vaak tot in de late nachtelijke uurtjes. Soms werd dit uitbesteed aan een groep dorpsjongeren die met veel plezier en vooral met veel biertjes zich prima vermaakten bij de nog nasmeulende paasbult.

In 1998 ging de gemeente Anloo (waartoe Gasteren toen nog behoorde) op in de gemeente Aa en Hunze. In totaal waren er binnen deze nieuwe gemeente 17 dorpen die het gebruik van een paasbult kenden. Voor Gasteren veranderde er vooralsnog weinig. De Paasbult werd voorlopig nog gedoogd, al moest er vanaf toen wel ieder jaar bij de gemeente een vergunning worden aangevraagd (compleet met situatieschetsje). De openingstijd voor het storten van (organisch) materiaal werd verruimd van één naar twee zaterdagen. En wat heel gunstig uitpakte was dat ieder dorp dat een paasbult had, en zich keurig aan de regels had gehouden, achteraf duizend gulden subsidie per jaar kreeg uitgekeerd.

Door regels van de brandweer en steeds strengere milieueisen kwam het in 2004 dan toch zover dat het paasvuur niet langer op de Paasberg mocht worden gehouden. Het paasvuur verhuisde naar een terrein van Staatsbosbeer aan de Loeffledders op de Noordes.

In 2017 kwam ook hier een eind aan omdat Staatsbosbeheer oordeelde dat de Loeffledders te dicht in de buurt lag van het stroomdallandschap de Drentse Aa (een Natura 2000 gebied).
Met instemming van de gemeente Aa en Hunze werd het paasvuur in 2017 en 2018 gehouden op de Zuides op land van Harm en Jannie van Rhee.

In 2019 vond geen paasvuur plaats vanwege de extreme droogte dat jaar. En in 2020 en 2021 gooide Corona roet in het eten.