Roelof Gerardus Jantiena Hoeve
Gasteren kent nog tal van historische boerderijen. Enkele dateren nog van vòòr 1800. Eén daarvan is de Roelof Gerardus Jantiena Hoeve. Nooit van gehoord? U kent hem zeker, het is één van de meest in het oog springende boerderijen aan de oude brink: Oosteinde 1. Van de vier rijksmonumenten die ons dorp kent, is dit de enige boerderij. De andere zijn het hunebed D10 en twee grafheuvels/-velden.
De boerderij is in 1798 gebouwd, in de tijd dat de Fransen bezit van ons land hadden genomen en Napoleon, via zijn broer Lodewijk Napoleon, het hier voor het zeggen had.
De boerderij werd gebouwd door een zekere Bakker, vermoedelijk Jan Louwes Bakker, maar zeker weten we dat niet. Hij bouwde in diezelfde tijd ook de naastgelegen boerderij op Oosteinde 3.
De boerderij Oosteinde 1 is van het hallenhuistype: een langgerekt, driebeukig gebouw met de deel in het midden en de stallen aan weerszijden.
Sommige boerderijen van dit type hebben een baander in de lange zijgevel, andere in de achtergevel. De Roelof Gerardus Jantiena Hoeve heeft een achterbaander, onder een rieten schilddak met uilebord.
De voorzijde bestaat uit een rechte topgevel met twee driehoekige lichtopeningen, een topschoorsteen en baksteenvlechtingen, staafankers en windveren. Dit is het woongedeelte, uitgerust met 28-ruitschuifvensters met opgeklampte luiken, een kelder- en een opkamervenster.
Hoewel er in de loop der tijd de nodige aanpassingen zijn uitgevoerd, is de oorspronkelijke opzet en indeling goed bewaard gebleven.
De familie Thies : Op de plek van de huidige boerderij moet eerst een andere boerderij hebben gestaan. Twintig jaar eerder, in 1778, kwam Jan Thies met zijn vrouw Geertruit Freerks en zeven kinderen uit Langelo naar Gasteren en ging op Oosteinde 1 wonen. Hier werden nog twee kinderen geboren.
In de nok van het woonhuis staan in sierlijke letters J en T – afkortingen van zijn naam. Opzij van het woonhuis, aan de kant van de schapenweide, is een muuranker met het jaartal 1798 te vinden. Een ander anker aan dezelfde kant van het woongedeelte laat onderin nog enkele bijzondere tekens zien. Het is onduidelijk wat die betekenen.
De boerderij is generaties lang in het bezit van de familie Thies (of Thijs) geweest. Na Jan Thies kwam zoon Freerk, vervolgens weer een Jan. Na deze kleinzoon Jan kwam Willem Thies. Deze Willem was geen zoon van Jan, maar van Annechien Jans, een dochter van de eerste Jan Thies, dus feitelijk ook een kleinzoon van de eerste eigenaar. Na Willem kwam weer een Jan, en vervolgens kwam Albert, de laatste van de familie Thies die op Oosteinde 1 woonde. Deze Albert ging in 1932 failliet, onder meer als gevolg van een sterke daling van zijn Russische aandelen in de Russische spoorwegen. De boerderij moest toen worden verkocht.
Roelof Gerardus Jantiena Hoeve
Zo kwam in 1932 de boerderij in handen van de familie Dinckgreve. Deze familie gaf de boerderij de naam ‘Roelof Gerardus Jantiena Hoeve’. Zo genoemd naar voornamen van familieleden Dinckgreve. Van vader Roelof, zoon Sictus (of Sixtus) Gerhardus Aaltienus, en van Roelof’s echtgenote Jantie(n)na Groenwold. Aan de zijkant van het woonhuis bevond zich een plank met deze naam. “Toen wij in 1995 de boerderij kochten, was die plank al helemaal verrot,” zegt de huidige eigenaar Harry van der Molen. “Hij was ook helemaal niet bijzonder en niet mooi.” De huidige eigenaren Hilly en Harry van der Molen zullen zorgen voor een nieuwe plank met deze namen.
De familie Dinckgreve ging niet zelf in de boerderij wonen. De weduwe van Roelof, Jantiena Groenwold, bleef in Assen wonen, aan de Groningerstraat 41. Zij verhuurde de boerderij aan Harm Haandrikman die er in 1934 met Jacobje Hummel ging wonen. Harm en Jacobje bleven er 42 jaar wonen. Het is waarschijnlijk daarom dat de boerderij ook wel ‘de Haandrikman’ wordt genoemd.
Naar Sixtus Gerhardus Aaltienus is een Fonds vernoemd, opgericht in 1934 en die nog steeds kantoor houdt in Gieten: het Stichting Sixtus Gerhardus Aaltienus Dinckgreve Fonds. Dit fonds bezit onder meer land in Gasteren. Het zet zich in voor het welzijn van vooral ouderen.
Oosteinde 3
Ooit waren Oosteinde 1 en Oosteinde 3 waarschijnlijk één geheel. Dat blijkt onder meer uit de kadasterkaart van 1830. Het kan zijn dat er een verbinding tussen beide boerderijen is geweest.
Over de bewoners van Oosteinde 3 is nog niet alles bekend. Mogelijk dat Roelof Stoffers samen met Geertruid Arends Thies één van de eerste bewoners van het boerderijtje zijn geweest. Geertruid Arends Thies was een dochter van Arend Jans Thies en daarmee een kleindochter van de eerste (Jan) Thies die in Gasteren kwam wonen. Na hen kwamen Andries Veenstra en Aaltje Dekker, de ouders van Bart Veenstra, die later naar Oosteinde 15 verhuisden. Oosteinde 3 is in oorsprong een keuterij. In het begin van deze eeuw is dit boerderijtje door de huidige bewoners Jan Wemerman en Angela Schneiders grondig verbouwd.
Schapenschuur
In 1999 hebben Hilly en Harry van der Molen met de nodige hulp naast Oosteinde 1 een schuur gebouwd. Ideeën en inspiratie voor de bouw van de schuur ontstonden na een bezoek aan Orvelte. De schuur is vrijwel geheel opgetrokken uit houten onderdelen. De fundering bestaat uit antieke steentjes, die identiek zijn aan die van de boerderij uit 1798. Al deze bouwmaterialen heeft Harry, zoals hijzelf zegt, ‘bij elkaar gescharreld door de hele provincie af te struinen’.
“In het bouwproces heeft dorpsgenoot Harry Wolters een belangrijke bijdrage geleverd,” aldus Harry van der Molen. “Met ideeën als een overkapt zonnehoekje en vooral bij het verkrijgen van de bouwvergunning.” De schuur is feitelijk al doende ontstaan. Uit alle materialen werd bij wijze van spreken een schapenschuur ‘geboren’, aldus Harry van der Molen. Graafwerkzaamheden gebeurden met de hand. Veel heeft hijzelf gedaan, maar ook zijn broer Wiep heeft flink meegeholpen. Verder heeft Meine Alserda, rietdekker uit Noordlaren en zoals Harry hem noemt ‘gebintenkunstenaar’ gezichtsbepalende ideeën gerealiseerd. Ook een metselaar werd ingeschakeld. “Die bouwperiode was een mooie tijd en we zijn nog steeds blij met het resultaat.”
Tekst: Henk Winter en Henk Hellema
Foto’s: Pauline Hellema