De geschiedenis van de ijsbaankantine van ijsvereniging Wintervreugd

IJsvereniging ‘Wintervreugd’ is ouder dan de huidige ijsbaan die we nu kennen. Een stuk ouder. De vereniging werd in februari 1933 opgericht tijdens een vergadering van de landbouwvereniging. Op voorstel van Piet Eiten kreeg ze de naam ‘Wintervreugd’. De contributie bedroeg 50 cent per huisgezin.

Vanaf haar oprichting vonden activiteiten van de ijsvereniging, als hardrijwedstrijden, plaats op het Grote of Voorste Veen, gelegen naast de huidige ijsbaan. Van een kantine of wat daarvoor zou kunnen doorgaan, was nog geen sprake. Het Agrarisch Nieuwsblad van 2 november 1936 schrijft, dat op de vergadering van de ijsvereniging besloten werd om voor 51 gulden een houten gebouwtje te laten plaatsen. Maar dat diende slechts voor de berging van materialen. De schaatsers moesten het kennelijk nog zonder onderkomen doen.

“Wij werden vroeger wel bang gemaakt voor het Grote Veen, er zouden diepe gaten in zitten”, zegt Roelof Bonder. Volgens zijn vader waren die gaten wel 10 tot 12 meter diep. Waarschijnlijk duurde het daarom best lang, voordat het ijs op het Grote Veen sterk genoeg was om er op te kunnen schaatsen.

Na verloop van tijd wilde men daarom een nieuwe ijsbaan, een ‘echte’ in de vorm van een ovaal. Die moest nog wel worden gegraven. Die ijsbaan kwam er in 1948, aan de oostkant van het Voorste Veen. Plannen daartoe werden al in 1947 gemaakt, maar men kon pas in 1948 aan het werk, toen via de Boermarke overeenstemming met de grondeigenaren was bereikt. Vele Gastenaren hadden daar een put om turf te winnen. Het graven van de ijsbaan gebeurde nog met de schop en vrijwel alle mannen en jongens uit het dorp hielpen daaraan mee. Aanvankelijk was er nog geen keet of iets dergelijks naast de ijsbaan.

Kantine

Na verloop van tijd kwam er naast de ijsbaan een schaftkeet te staan. Knus, met een barretje erin. “Maar die keet was op een gegeven moment, in de zeventiger jaren, helemaal verrot,” aldus Lute Pieters, jarenlang (bestuurs)lid van ‘Wintervreugd’. “Er lagen dekkleden over tegen lekkage.” Eind 1982, begin 1983 kwam Lute als vice-voorzitter in het bestuur van de ijsvereniging. Berry Tiems werd voorzitter, Luuk Smit secretaris. “We zijn toen vrij snel op zoek gegaan naar een nieuwe kantine.” Van de gemeente wilde het bestuur subsidie voor een nieuw onderkomen, maar in gesprek met de toenmalige burgemeester Kees Verspuy wees deze het verzoek om subsidie af. Maar hij had wel iets anders: de tennisvereniging in Annen wilde van haar oude kantine af. En die kantine was van de gemeente. “We konden die voor nop krijgen, maar dan moesten we die houten kantine wel zelf uit elkaar halen en naar Gasteren vervoeren.”

Lute: “We zijn toen naar die kantine in Annen gaan kijken en waren meteen verkocht.” In een extra vergadering van ‘Wintervreugd’ werd besloten de kantine in Annen op te halen en naar Gasteren te brengen. Luuk Smit trok de kar bij het plan van aanpak.

Berry Tiems charterde een trekker en met een fiks aantal boerenwagens toog men met vele dorpsgenoten naar Annen. De kantine werd ter plekke gedemonteerd, de onderdelen op de wagens geladen en naar Gasteren vervoerd. Ook de fundamentblokken waarop de kantine jarenlang in Annen had gerust. In Gasteren werden alle onderdelen ongeveer driekwart jaar in de schuur van Jacob Talens, aan Oosteinde 14, opgeslagen.

Voordat de nieuwe kantine weer in elkaar werd gezet, werd de oude, voor een groot deel verrotte schaftkeet, feestelijk in de brand gestoken.
Overigens werd niet de hele tenniskantine weer opgebouwd. Ook daarvan waren een aantal onderdelen aardig verrot. Lute: “Ik denk dat ongeveer de helft van de kantine overbleef. Voor ons meer dan voldoende.” De kantine kreeg een nieuw verfje, het meubilair werd bijeen gescharreld en er werd een gezellige bar getimmerd. “Je kunt je voorstellen dat deze kantine die er nu nog steeds staat, toen feestelijk is ingewijd.”

‘Een prachtig ijsbaangebouw’ vermeldt het Jaarverslag 1987-1988 van ‘Wintervreugd’. ‘Deze zomer werd hij nog geschilderd, zodat hij er uitwendig keurig uitziet. Inwendig moet hij nog een likje hebben.’ Wie jaarverslagen en verslagen van bestuursvergaderingen doorneemt, valt het op dat de kantine in de loop van haar bestaan nog menig likje verf nodig heeft gehad. En dat niet alleen. In de jaren ‘90 van de vorige eeuw werd gesproken over de vervanging van enkele kozijnen en van de toegangsdeur. Uit de notulen van de bestuursvergadering van 4 november 1995: ‘De heer Moek zal Jacob van Rein benaderen of deze nog een goede deur in opslag heeft.’ In 2010 werd met een donatie uit het coöperatiefonds van de Rabobank Noord-Drenthe het asbestdak vervangen. En nu worden rondom damwanden aangebracht.

Verlichting

De verlichting in de kantine bestond aanvankelijk nog uit olielampen. Dat was knus, maar wel een beetje behelpen. Op 13 oktober 1990 werd op initiatief van Luuk Smit het ijsbaangebouw van elektriciteit voorzien. Nog een hele klus, want er was natuurlijk geen aansluiting. Met 40 man werd voor het leggen van een kabel een 400 meter lange sleuf gegraven tussen het sportgebouw van ‘De Rietvogels’ aan de Gagels, in 1997 verbouwd tot het huidige Dorpshuis, en de ijsbaan.

Overigens stond de kantine aanvankelijk niet op eigen grond van de ijsvereniging, zoals iedereen dacht. De grond bleek in bezit te zijn van onze dorpsgenoot de heer Suringar. Die wees hen daar op, nadat de kantine was neergezet, maar maakte verder geen bezwaar tegen de plaatsing. De ijsvereniging hoefde de kantine niet weer af te breken, maar Suringar wilde wel de zeggenschap over de bestemming van de grond houden. “Dat vonden we geen probleem,” aldus Lute. Uiteindelijk is de vereniging begin 2020 door kavelruil toch in het bezit van het stuk grond gekomen, waarop de kantine nog steeds staat.

Henk Hellema